Dyspraxie

Dyspraxie is een motorische ontwikkelingsstoornis. Dit leidt tot problemen bij het plannen en coördineren van dagelijkse motorische handelingen.

Vrijwel iedereen met ASS heeft in meer of mindere mate een vorm van dyspraxie.

Het aanzetten van onze spieren en gewrichten gaat de hele dag door, dit gaat vanzelf. We hoeven er niet over na te denken.
Als je dyspraxie hebt, komen de spierbewegingen echter niet in je geheugen. Automatiseren van bewegingen gaat niet goed, veel dingen blijven lastig, gericht iets doen kost tijd. Op neurologisch niveau gaan je spieren ‘niet aan’ als je niet gemotiveerd bent, als je gemotiveerd bent gaat het vloeiend.

Voor iemand die jou ervaart, lijkt het als of deze voor de gek wordt gehouden:

• Kun je het nu wel of niet? De ene dag kun je het wel, de andere dag niet.
• Je bent wel slim maar niet handig. Je lijkt dus dom.
• Je wilt het graag, maar het lukt niet. Dit snapt niemand, want ze hebben je het wel zien doen.
• Bewegen lukt wel maar niet als het moet. Je kunt fietsen, maar meestal lukt het niet.
• Er zijn wel impulsieve bewegingen. Je hebt hier geen controle over.
• Het lukt niet om een opdracht te vertalen naar een handeling: Begin met je werk, maar je doet niets.

Dyspraxie kan mild of ernstig zijn. Je kunt er veel last van hebben of het kan nauwelijks zichtbaar zijn.
Bij een ernstige vorm kun je bijvoorbeeld denken aan doelloos rondlopen en bij een milde vorm bijvoorbeeld lukt het laatste stukje net niet.

Dyspraxie is vaak niet zichtbaar:

• Je bent hypermobiel, te weinig gevoel in je gewrichten.
• Je hebt geen controle over dyspraxie, je kunt het niet uitzetten, het overkomt je.
• Je overschat je eigen kunnen. Dat kan ik vast wel, maar dan lukt het toch niet.
• Het lichaamszintuig geeft de signalen niet door waardoor je niet kunt handelen. Je komt niet in beweging.
• Teveel in je hoofd zitten en niet in je lichaam. Vooral hoogbegaafde kinderen hebben hier last van.
• Als je moe bent is het erger. Zit je goed in je vel lukt het beter.

Zichtbaar: Zeggen dat je iets niet wilt doen omdat je niet wilt toegeven dat je het niet kan.

Altijd beginnen met nee zeggen, je wilt  ja zeggen, maar moet eerst bedenken wat je kunt.
Door heel veel oefenen kan het vloeiender gaan.

Dyspraxie kan voorkomen in:

• Motoriek: motorische onhandigheid.
• Visueel: ogen moeten gedwongen worden om scherp te kunnen zien.
• Communicatie: verbale dyspraxie kan leiden tot niet of nauwelijks praten.

Hoe ervaar je dyspraxie:

• Hoor je het niet? Begrijp je het niet?
• Falen, je bent nooit genoeg, je bent altijd te laat.
• Missen van sociale informatie, net te laat met reageren, in een vriendengroepje ben je te laat met het snappen van grapjes.
• Je bent alleen, je hoort er niet bij.
• Ben je wel slim? Je komt dom over.
• Ik weet dat je het kunt, maar je doet het niet als ik het vraag? Waarom niet?
• Handig en toch onhandig. Soms lijk je handig, maar dan ineens ben je heel erg onhandig.
• Het was er vroeger wel, maar nu niet.
• Het ene moment wel het andere niet. Ongeloofwaardig.

Als je lekker in je vel zit ben je veel vloeiender en het helpt om veel te oefenen.

Dyspraxie kan voorkomen bij:

• ASS
• ADHD
• ADD
• Hoogbegaafdheid
• Hypermobiliteit
• Niet aangeboren hersenletsel
• Beelddenken

Wil je meer weten?
Neem contact met ons op.