Executieve functies
Executieve functies: voor de meeste mensen een onbekend begrip. Toch gebruiken we ze elke dag weer. We plannen onze dag, maken afspraken, komen afspraken na, zorgen dat ons werk af is en houden ons aan een bepaald dagritme.
Jong geleerd, oud gedaan
We beseffen niet dat we de functies om tot deze handelingen te komen al vanaf kleins af aan hebben aangeleerd. We beginnen met het ontwikkelen van executieve functies in spel. Door op te ruimen en het speelgoed te scheiden en in verschillende bakken te doen, de lego bij de lego en de poppen bij de poppen, leren we ordenen. Door het uitspelen van situaties, zoals bv een doktersonderzoek, leren we omgaan met emoties. Als we niet, of anders hebben gespeeld missen we deze vaardigheden.
Inzicht in eigen handelen
Om beslissingen te leren nemen hebben we inzicht nodig in ons eigen handelen. Om bijvoorbeeld een snoepje te kunnen pakken uit een zakje, moeten we bedenken dat we trek hebben in een snoepje, opstaan, naar het snoepzakje lopen en er een snoepje uit pakken. We leren kiezen welk snoepje we het lekkerst vinden, of er een papiertje af moet en wat we met het lege papiertje gaan doen. In de prullenbak gooien, doen we het in onze zak of laten we het liggen? Wij doen dit automatisch en hoeven bij deze handelingen niet echt meer te denken. Maar wat als elke handeling bedacht moet worden en dan ook nog uitgevoerd moeten worden?
‘Startproblemen’?
Iedereen heeft sterke en zwakke executieve functies. De één is nu eenmaal beter in plannen en de ander in organiseren. Meestal weten we dit wel van onszelf. Als je autisme hebt, kunnen je zwakke executieve functies je behoorlijk dwars zitten. Heb je moeite om ergens aan te beginnen, bijvoorbeeld je huiswerk of gewone werk, dan denkt je omgeving misschien dat je het te moeilijk vindt. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. De handeling om tot beginnen te komen is zwak en dus doe je niets. Een aansporing of een beetje hulp kan een groot verschil maken. Maar moet je je hele leven dan een duwtje nodig blijven houden?
Heb je moeite met….
- nadenken voor je iets doet (impulsief gedrag)
- het uitvoeren van (complexe) taken
- emoties onder controle te houden (woede, angst, verdriet)
- concentratie, je kunnen richten op één ding
- taakgerichtheid, het beginnen van een taak
- plannen en daarbij weten wat belangrijk is om eerst te doen
- het organiseren van taken zoals je huiswerk, speelgoed opruimen
- omgaan met tijd, weten wanneer je huiswerk af moet zijn, geleerd moet zijn, tijdsbelang
- een doel stellen en daaraan werken
- aanpassen aan omstandigheden, fouten durven maken
- aanpak van problemen, kritisch naar jezelf durven kijken
Versterken van zwakke executieve functies
Gelukkig kun je werken aan het versterken van deze functies. Want het gaat niet alleen om praktische handelingen, maar ook om met emoties te kunnen omgaan. Als we leren waar de focus ligt en wat er aan te doen is, kunnen we, door onze sterke functies aan te spreken, onze zwakke functies ontwikkelen. Allereerst kijken we welke functies sterk zijn en welke zwak. Hierna wordt bepaald aan welke functies ‘gewerkt’ moet worden en hoe we dat gaan doen. Niet door meteen veel tegelijk aan te pakken, maar stapje voor stapje te beginnen met één gebied.